Problemen veroorzaakt door verkeerde installatierichting van naaldafsluiters
1. Slechte regelkarakteristieken en moeilijke bediening
Bij normale montage werkt de vloeistofdruk op de achterzijde van de klepkern (plug), wat helpt bij het afsluiten. Bij verkeerde montage werkt de vloeistofdruk op de punt van de klepkern.
Gevolgen:
Stijve en zware bediening: Er is meer kracht nodig om de klep te sluiten, omdat de druk tegen de sluitbeweging inwerkt.
Onnauwkeurige regeling: De klepkern wordt gemakkelijk verplaatst door de vloeistof, waardoor het moeilijk is een stabiele, fijne opening te behouden. De stroom wordt onstabiel.
Trillingen en draadtrekking: Bij hoge drukverschillen kan turbulente stroming over de klepkern zware trillingen veroorzaken en een hoorbaar, hoogfrequent fluit- of schreeuwend geluid produceren.

2. Erotesieschade aan het afdichtingsoppervlak en lekkage
Normaal stroomt vloeistof soepel langs de afdichtingsoppervlakken. Bij tegenstroom wordt de vloeistof onder hoge druk rechtstreeks op de kritieke afdichting tussen de klepkern en de zitting gericht.
Gevolgen: De vloeistof met hoge snelheid werkt als een straal, waardoor snel wegslijting en beschadiging (erosie) optreedt aan de precisiebewerkte afdichtingsoppervlakken. Dit resulteert in groeven of putjes, waardoor de klep niet meer goed afsluit en interne of externe lekkage ontstaat.
3. Risico op losschieten van de klepkern of onderdeelfaling
Bij sommige klepontwerpen, waarbij de klepkern op de spindel is geschroefd, zorgt de normale stroomrichting ervoor dat de druk de verbinding strak houdt.
Gevolgen: Terugstroming kan een kracht veroorzaken die de klepkern probeert los te draaien of van de spindel te scheiden. Dit brengt het risico met zich mee dat de klepkern loskomt, waardoor de klep niet meer kan dichtgaan.
4. Drukvergrendelingsverschijnsel
In hogedruksystemen kan de druk aan de uitlaatzijde opgesloten raken en toenemen (bijvoorbeeld door thermische uitzetting) terwijl de klep gesloten is.
Gevolgen: Wanneer de klep verkeerd wordt geïnstalleerd, werkt deze hoge druk aan de uitlaatzijde op het grotere oppervlak aan de achterzijde van de klepkern, waardoor een enorme kracht ontstaat die de kern in de zitting vastklemt. Hierdoor wordt de klep extreem moeilijk of onmogelijk te openen, wat mogelijk de spindel of aandrijving beschadigt.

Juiste montage-richting en methode
1. Hoe de stromingsrichting bepalen
Pijlindicator: De meest betrouwbare methode. De meeste naaldkranen hebben een stromingspijl (→) die in het kastje is gegoten of gestanst. Markeringen "IN" en "OUT": Sommige kranen zijn direct voorzien van een invoer (IN) en uitvoer (OUT).
Structurele afleiding (indien geen markeringen aanwezig) Over het algemeen moet de vloeistof eerst de aansluiting instromen die naar de achterkant van de klepkern en de draad leidt, waarna deze rond de punt van de kern naar de andere kant stroomt. De vloeistof moet eerst in contact komen met het steel/draadgedeelte alvorens het afdichtingsoppervlak te bereiken.
2. Juiste installatieprocedure
Stroomrichting bepalen: Controleer vóór de installatie de inlaat (IN, hogedrukkant) en de uitlaat (OUT, laagdrukkant) aan de hand van de pijl of markeringen.
Leidingen schoonmaken: Zorg ervoor dat de uiteinden van de leidingen schoon zijn en vrij van vuil (lasafval, metaalspanen) om beschadiging van de afdichtingsoppervlakken te voorkomen.
Leidingen uitlijnen: Lijn de inlaataansluiting van de klep uit met de hogedrukzijde van de leiding en de uitlaataansluiting met de laagdrukzijde van de leiding.
Selecteer de juiste afdichtmethode:
Gedraaide verbinding: Breng PTFE-tape (draadafdichttape) of draadafdichtmiddel aan op de binnen- of buitendraad. Draai met de hand vast en gebruik daarna een sleutel voor de laatste draaien (meestal 1-2), zonder over te draaien.
Compressieaansluiting (ferruletang): Zorg dat de buis recht en afgevlakt is. Draai de moer met de hand vast, gebruik vervolgens een sleutel om hem het gespecificeerde aantal keer verder te draaien (zie specificaties van de fabrikant) zodat de ferrules worden samengeperst en een afdichting vormen.
Gelaste verbinding: Gebruik de juiste lasprocedure om oververhitting en beschadiging van de klepzitting en afdichtingen te voorkomen.
Eindcontrole: Controleer na installatie nogmaals of de stromingsrichting correct is, voordat u het systeem geleidelijk onder druk zet voor een lekdetectietest.
EN
AR
HR
CS
NL
FR
DE
IT
JA
KO
NO
PL
PT
RO
RU
ES
SV
TL
ID
VI
MT
TH
TR
AF
MS
AZ
